Elke burger kan, afhankeljk van de problematiek, bij het Vast Comité I klacht indienen tegen inbreuken op zijn rechten of aangifte doen van bepaalde dysfuncties ten aanzien van:
- de Veiligheid van de Staat.
- de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid.
- het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse of een van zijn ondersteunende diensten handelend in die hoedanigheid.
- een veiligheidsoverheid of een veiligheidsofficier in de zin van de Classificatiewet. [pdf]
Het Vast Comité I kan gevat worden in zijn hoedanigheid van:
- Parlementair controleorgaan dat toeziet op de werking van de inlichtingendiensten, het OCAD en de ondersteunende diensten.
- Jurisdictioneel orgaan inzake bijzondere inlichtingenmethoden.
- Prejudicieel adviesverlener voor een strafrechter.
- Bevoegde toezichthoudende autoriteit inzake de verwerking van persoonsgegevens.
1. Parlementair controleorgaan dat toeziet op de werking van de inlichtingendiensten, het OCAD en zijn ondersteunende diensten
- Welke klachten of aangiften onderzoekt het Vast Comité I?
- Wie kan een klacht indienen of een aangifte doen?
- Hoe een klacht indienen of aangifte doen?
- Wat gebeurt er met een klacht of aangifte?
Welke klachten of aangiften onderzoekt het Vast Comité I?
Het Vast Comité I behandelt klachten en aangiften aangaande de werking, het optreden, het handelen of het nalaten te handelen van de twee Belgische inlichtingendiensten (Veiligheid van de Staat en Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid), het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse en de andere ondersteunende diensten en hun personeelsleden.
Wat betreft de inlichtingendiensten en het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse kan de klacht betrekking hebben op de rechtmatigheid, de doelmatigheid of de coördinatie van alle aspecten van hun werking.
Wat betreft de ondersteunende diensten, kan de klacht alleen betrekking hebben op de rechtmatigheid, de doelmatigheid of de coördinatie van de mededeling van informatie inzake terrorisme en extremisme aan het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse.
Wie kan een klacht indienen of een aangifte doen?
Iedereen die rechtstreeks is of was betrokken bij het optreden van een inlichtingendienst, het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse of een ondersteunende dienst kan zijn klacht of aangifte richten aan het Vast Comité I of aan zijn Dienst Enquêtes.
Bovendien kan ook elke ambtenaar, elke persoon die een openbaar ambt uitoefent en elk lid van de krijgsmacht die of dat rechtstreeks betrokken is bij richtlijnen, beslissingen of toepassingsregels daarvan, evenals bij werkwijzen of handelingen, een klacht indienen of een aangifte doen zonder daartoe machtiging te moeten vragen aan zijn chefs of aan zijn hiërarchische meerderen.
Indien gewenst, kan aan de aangever anonimiteit worden gewaarborgd. Zijn identiteit mag in dit geval alleen bekend gemaakt worden binnen de Dienst Enquêtes en het Vast Comité I.
Hoe een klacht indienen of aangifte doen?
Er kan mondeling dan wel schriftelijk een klacht worden ingediend of een aangifte gedaan.
Mondeling klacht neerleggen kan (bij voorkeur, maar niet noodzakelijk, na afspraak) in de kantoren van het Vast Comité I. Een lid van de Dienst Enquêtes neemt dan akte van de klacht of aangifte.
Schriftelijk klacht neerleggen kan per mail, per fax of per brief. Daarvoor dient gebruik worden gemaakt van bijgaand formulier (vervolgens afdrukken).
Wat gebeurt er met de klacht of aangifte?
Het Vast Comité I zal de klacht aan een eerste onderzoek onderwerpen om uit te maken of ze tot zijn bevoegdheidsdomein behoort.
Indien het Vast Comité I de klacht ontvankelijk verklaart, wordt een onderzoek ingesteld. Bij het afsluiten van het onderzoek wordt de klager daarvan op de hoogte gebracht en worden de resultaten ervan in algemene bewoordingen meegedeeld. De besluiten van het onderzoek worden al naargelang de omstandigheden ter kennis gebracht van de leidinggevende ambtenaar van de inlichtingendienst, van de directeur van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse of van de leidinggevende ambtenaar van de ondersteunende dienst. Ze worden toegezonden aan de bevoegde minister(s) en het parlement, en kunnen ook publiek worden gemaakt. Zij zijn in eerste instantie bedoeld om tot een betere werking van de te controleren diensten te komen via een wijziging van de regelgeving of de praktijk. Het Vast Comité I kan dus geen schadevergoeding toekennen, bevelen geven aan de diensten of bemiddelen in conflicten.
Indien de klacht kennelijk niet gegrond is, kan het Vast Comité I besluiten geen onderzoek in te stellen. Deze beslissing wordt gemotiveerd en schriftelijk ter kennis gebracht van de klager: desgevallend kan het Vast Comité I doorverwijzen naar het orgaan of de dienst die mogelijks wel bevoegd is om de klacht te behandelen.
2. Jurisdictioneel orgaan inzake bijzondere inlichtingenmethoden
Eenieder die een persoonlijk en legitiem belang heeft, kan een klacht neerleggen bij het Vast Comité I dat, in zijn hoedanigheid van jurisdictioneel orgaan, een wettigheidscontrole uitoefent over de specifieke en de uitzonderlijke methoden. De klager moet zijn klacht schriftelijk indienen en hierin zijn grieven vermelden.
Behalve wanneer de klacht kennelijk niet gegrond is, zal het Vast Comité I het dossier onderzoeken en zijn beslissing kenbaar maken binnen een termijn van één maand. In de loop van de behandeling van een klacht kunnen de klager en zijn advocaat het dossier gedurende vijf werkdagen raadplegen op de griffie van het Vast Comité I. Uit het voor de klager en zijn advocaat toegankelijke dossier – dit is een dossier dat gezuiverd is van elementen en inlichtingen die geclassificeerd zijn en gevoelig voor de veiligheid van de Staat – blijkt minstens het juridische kader dat het gebruik van de specifieke en de uitzonderlijke methode heeft gerechtvaardigd, de aard van de bedreiging en de graad van de ernst ervan die aan de basis lag van de aanwending van de bijzondere methoden en ten slotte het type van persoonsgegevens verzameld tijdens het gebruik van de methoden, voor zover deze gegevens enkel betrekking hebben op de klager.
Het Vast Comité I beschikt over uitgebreide bevoegdheden. Zo kan het de leden van de bestuurlijke Commissie, het diensthoofd van de betrokken inlichtingendienst en de leden van de inlichtingendiensten die de bijzondere methoden hebben aangewend, horen. Op hun verzoek worden de klager en diens advocaat gehoord door het Vast Comité I.
Indien het Vast Comité I vaststelt dat de beslissingen met betrekking tot bijzondere methoden onwettelijk zijn, beveelt het de stopzetting van de betrokken methode en verbiedt het om de via deze methode ingewonnen gegevens te exploiteren en beveelt hun vernietiging.
3. Prejudicieel adviesverlener voor een strafrechter
Indien een strafdossier gegevens bevat die werden verzameld door een inlichtingendienst via een specifieke of uitzonderlijke methode en indien deze gegevens zijn vervat in een "niet geclassificeerd proces-verbaal", kan de burger aan de Raadkamer of aan de rechter ten gronde het advies vragen van het Vast Comité I over de wettelijkheid van de manier waarop de gegevens werden verzameld door de inlichtingendienst.
Het verzoek dient in principe te worden geformuleerd vóór ieder ander rechtsmiddel. De beslissing om het advies van het Vast Comité I te vragen, komt alleen toe aan de rechter. Het Comité geeft alleen een advies over de wettelijkheid van de gehanteerde methoden.
4.Bevoegde toezichthoudende autoriteit inzake de verwerking van persoonsgegevens
- Welke verwerkingen van welke diensten en personen?
- Hoe een verzoek tot verbetering, verwijdering of verificatie indienen?
- Over welke onderzoeksmogelijkhden beschikt het Comité?
- Wat kan het comite beslissen?
Het Vast Comité I werd als Bevoegde toezichthoudende autoriteit of gegevensbeschermingsautoriteit aangeduid voor verwerkingen van persoonsgegevens die kaderen binnen het domein van de ‘nationale veiligheid’.
Welke verwerkingen van welke diensten en personen?
Het Comité is bevoegd voor de controle op volgende verwerkingen van persoonsgegevens:
- verwerkingen door de Veiligheid van de Staat en de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid.
- verwerkingen in het kader van veiligheidsmachtigingen, -attesten en -adviezen zoals bijvoorbeeld door de Nationale Veiligheidsoverheid (NVO) of een veiligheidsofficier van een openbaar bestuur of een private onderneming.
- verwerkingen door het OCAD (deze controletaak wordt samen met het Vast Comité P uitgeoefend).
- verwerkingen door de Passagiersinformatie-eenheid (PIE) die kaderen in een inlichtingenfinaliteit.
- de verwerkingen door de BIM-Commissie.
Voor andere verwerkingen van persoonsgegevens zijn twee andere instanties bevoegd:
- de Gegevensbeschermingsautoriteit, die de opvolger van de Privacycommissie is en die een algemene en residuaire bevoegdheid heeft.
- het Controleorgaan op de politionele informatie (COC), die bijvoorbeeld verwerkingen controleert van politiediensten.
Hoe een verzoek tot verbetering, verwijdering of verificatie indienen?
Het Vast Comité I kan optreden op verzoek van een burger die van oordeel is dat een van de hierboven vermelde diensten de regels inzake gegevensbescherming niet heeft nageleefd.
De verzoeker heeft daarbij het recht te vragen om zijn onjuiste persoonsgegevens te laten verbeteren of verwijderen en om te laten verifiëren of de toepasselijke regels inzake gegevensbeschermingwerden nageleefd.
Om ontvankelijk te zijn, moet het verzoek geschreven, gedateerd, ondertekend en met redenen omkleed zijn.
Indien het verzoek kennelijk niet gegrond is, kan het Comité besluiten geen gevolg te geven aan het verzoek. Deze beslissing moet worden gemotiveerd en schriftelijk ter kennis gebracht van de verzoeker.
Deze verificaties gebeuren kosteloos.
Over welke onderzoeksmogelijkhden beschikt het comité?
Het Comité kan alle bevoegdheden die het in het kader van zijn traditionele toezichtopdracht mag inzetten, ook hier hanteren. Daarenboven mag het Comité samenwerken met de andere Belgische toezichthoudende autoriteiten.
Wat kan het comite beslissen?
Na zijn onderzoek kan het Comité bijvoorbeeld beslissen dat de betrokken dienst bepaalde persoonsgegevens moet verbeteren of wissen. Het Comité mag de verzoeker evenwel alleen antwoorden dat ‘de nodige verificaties werden verricht’. Het Comité mag zelfs niet meedelen of de betrokken dienst al dan niet persoonsgegevens bewaarde over de verzoeker.