Inlichtingendiensten werken per definitie in het geheim. Dit is ook nodig om hun werking mogelijk te maken. Daarom is het niet evident om een zicht te krijgen of en welke gegevens de inlichtingendiensten of het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse over personen bijhouden. Toch biedt de wetgeving hier een aantal mogelijkheden.
Via het Vast Comité I
Het Vast Comité I kan inzage krijgen in alle documenten waarover de inlichtingendiensten beschikken. Het kan dus ook individuele dossiers van burgers opvragen (ondermeer in het kader van een klacht of een aangifte) en nagaan op welke wijze de diensten de gegevens hebben verzameld, verwerkt en geanalyseerd. Uit het onderzoek zou kunnen blijken dat de gegevens foutief of achterhaald zijn. De resultaten van een onderzoek naar een individuele klacht worden in algemene bewoordingen aan de klager meegedeeld.
Via een verzoek bij de betrokken diensten
Eenieder kan in het kader van de Wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur aan de inlichtingendiensten en het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse inzage en zelfs afschrift vragen van o.m. de documenten die hem aanbelangen. Het recht op inzage en afschrift kan echter in een aantal gevallen worden geweigerd (bijv. omwille van de openbare orde, de veiligheid of de verdediging van het land). De Raad van State oordeelde reeds dat een inlichtingendienst de eventuele weigering steeds in concreto moet motiveren.
Indien de overheid weigert in te gaan op het verzoek tot inzagen en/of afschrift kan een tweede verzoek worden ingediend. Blijft de overheid bij haar eerste beslissing dan kan men zich tot de Raad van State wenden. In het kader van deze wet kan ook de verbetering worden gevraagd van persoonlijke gegevens wanneer wordt aangetoond dat de informatie van de overheid onjuist of onvolledig is.
Via de Commissie tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer
Een andere mogelijkheid bestaat erin zich te wenden tot de Commissie tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer die zelf het recht van toegang en verbetering zal uitoefenen. De burger kan hier dus niet zelf de persoonsgegevens waarover een inlichtingendienst of het coördinatieorgaan eventueel beschikken, inkijken. Desgevallend kan de Commissie aan de overheid aanbevelingen tot wijziging formuleren. Verder mag zij de verzoeker melden dat er een verificatie is gebeurd zonder informatie vrij te geven over de inhoud het dossier.